Ossaert Bedehuis 1. I Langzaam ingesluimerd Versmolten met de ruis Doch dromend onderzoeken Wij ons oude lijkenhuis Gedreven door de driften Gelegen in onszelf Als beest zijn wij geboren De kanker zijn wij zelf Het donker blijft roepen De nacht krijst mijn naam Een schaduw vertelt mij Welke weg te gaan Woekerweefsel Ongeneeslijk kwaad Het kleurt de bodem zwart Overvloedig vermenigvuldigd Achteloos het lot getart Het donker blijft roepen De nacht krijst mijn naam Een schaduw vertelt mij Welke weg te gaan Langzaam ingesluimerd Versmolten met de ruis Doch dromend onderzoeken Wij ons oude lijkenhuis Gedreven door de driften Gelegen in onszelf Als beest zijn wij geboren De kanker zijn wij zelf Het donker blijft roepen De nacht krijst mijn naam Een schaduw vertelt mij Welke weg te gaan Woekerweefsel Ongeneeslijk kwaad Het kleurt de bodem zwart Overvloedig vermenigvuldigd Achteloos het lot getart Het donker blijft roepen De nacht krijst mijn naam Een schaduw vertelt mij Welke weg te gaan 2. II Verrot en vergaan De maden vreten het aan De kots, het bloed, het zaad Verrot en vergaan Zie de daden van het vlees En ruik de geuren op het feest Neem plaats en drink en eet en vreet Neem maar Vul je beker met bloed En proef het verraad Van het avondmaal Verrot en vergaan De maden vreten het aan De kots, het bloed, het zaad Verrot en vergaan Zie de daden van het vlees En ruik de geuren op het feest Pak al wat jij begeert En neem Neem maar Vul je beker met bloed En proef het verraad Van het avondmaal 3. III Voel hoe het vuur je schenen likt De hitte reinigt de ziel Verdorven is het vlees Wanstaltig de geest Ziekelijk Vuil Verachtelijk Vulgair Pak mijn hand en waan je vrij Van de aardse hoererij Je bent slechts een schertsfiguur Leg je lichaam in het vuur Voel de vlammen likken Ruik de geur van brandend vlees Reinigingsritueel Hitte zuivert de ziel Verdorven is het vlees Wanstaltig de geest Bezin en vind een staat van zijn Overwinning op de pijn Treed buiten jezelf Reinigingsritueel Ziekelijk Vulgair Pak mijn hand en waan je vrij Van de aardse hoererij Je bent slechts een schertsfiguur Leg je lichaam in het vuur Voel de vlammen likken Ruik de geur van brandend vlees 4. IV Stof zijn wij en tot stof zullen wij Wederkeren MIjn karkas reeds ontbindend Samenvloeiend met de aard De leegte omarmt mij Verwelkomt mijn ziel Er is niemand Er is niets Het is volbracht Vrijgezet van het vruchteloos bestaan Glimlach en zie mijn beenderen vergaan Ik vervolg mijn weg, mijn allerlaatste reis Er is niets, er is niemand, in het zwarte paradijs ´En de God des vredes zij met u allen. Amen.´ (Rom. 15:33) Mijn karkas reeds ontbindend Samenvloeiend met de aard De leegte omarmt mij Verwelkomt mijn ziel Er is niemand Er is niets Het is volbracht Amen