Fluisteraars Bloem 1. Tere muur Koud licht doorbreekt de mist In twee valt de nevel uiteen De tere muren van de huizen Zuigen zich vol met vocht Het gestamp van een moker In de verte uit de schuur De lucht ruikt naar stook Vogels fluiten in de poel Een oneven aantal bomen Bewaken het oude veld Links of rechts geen uitgang Dat is ons nooit verteld De boer komt nu zeker weten wel Vanuit de deur hoor ik iets kraken Zwarte mist komt naar benee Hij splijt hout in twee Vlammen slaan uit de pannen Angst slaat nu toe As dwarrelt door de kamer En de beek kleurt zwart 2. Nasleep Haag van bedorven woorden Een uitvloeisel van gezucht Koele nachtluchten komen En doen de wereld krenken Wat moeten wij verstaan Onder een proef in de waanzin Voor ons geldt het tegendeel Het heelal kraakt in haar denken Wat moeten wij verstaan 3. Eeuwige ram De heerser van de doden Met paard en wagen De roep mocht niet baten Zijn hart hield geen stand Op hun hoofden zijn kransen Hun gezichten achter maskers Een parade rondom de stam Zij schieten de goden aan Melkachtige wolken kleuren De donder rommelt aan Eeuwige ram 4. Vlek Imposante bomenrij Die het pad pareert Geeft mij sinds heugenis Een vraag die nooit wordt gesteld Maar in de lucht Hangt als een arend Zonder doel Vlammenzeeën waren in jezelf Woeste vuren branden in je kop Schaduwen worden getekend Likkende vlekken van de bomen 5. Maanruïne Stuiven door de plassen Langs een modderig pad Schemer die intreedt Maakt de hemel mat De komst de avond Brengt een hels kabaal Wind doet stammen woelen En maakt kronen kaal Pikzwart is het duister Het woud is aan het slaap Wat hier ontwaakt Slaakt een lange gaap Maanruïne