Fluisteraars Gegrepen door de Geest der Zielsontluiking 1. Het overvleugelen der meute Brekend geluid van klokken Wordt door de wind vervoerd Argwanend kijk ik om me heen Sombere wind drijft me voort Troebel geslagen glas Oogt de blik achter mij Ik voel dringende kracht Uit het verlaten stuwen Aan het licht komt een koepel Als een schicht komt 't naar benee Ik voel vrees en mijn adem stokt Mijn ontmoeting met een feeks Mist met tranende zwaarte Trekt op uit de oude kuil Woelige visies van een oud kot Vullen mijn rede met damp Haar krassende krijs kaatst Uit woede, wee en dwaasheid De schim van een man ontwaakt Zijn hoofd draait zich om Ik val en verstok als en steen Ademloos en futloos wacht ik Haar enge gestalte komt dichterbij Ze kijkt me niet aan, maar door me heen 2. Brand woedt in mijn graf In de vallei naast de eiken Liet ik me door woede leiden Het gedrang achterlatend Beelde hun ruïne zich af STormende luchten Muren van mijn burcht Stormende lichten Wenend spook zucht Stormende luchten Kamers in mijn burcht Stormende lichten Wenend spook joelt Brand woedt in mijn graf De burcht wordt verlicht Duivelse gedaantes met Een zoete geur terwijl er Brandt woedt in mijn graf Brandt woedt in mijn graf 3. Verscheuring in de schemering Er daalt een duivel neer En schiet naar de nis De geesten roepen vaal Kijk die duivel daar De burcht zakt in de aarde Op de rand van de slotgracht Ligt de schande uitgestrekt Als doffe dwaze liefde Wordt mijn ziel gezweept Een schreeuw in de morgen Doet de kraaien krassen De oudste van de doden Kruipt weg in mijn huid Hij vliegt op de neer Als een zwaard in het gejaag Zoekend hart een oude kaart Met mijn haat de vlucht is klaar Ellende Altijd daar In de nacht Altijd bang Een wrok als nijd is ongezien Aangekoekt in het stramien Gouden beest een bange wolf Ogen uit een oude zaal Zie daar In de haard Warme waas Turend naar