Theudho
Voorbij de nevelen des tijds
1. Getooid met de krans des doods
Duister zijn de tijden in het noorderland
Wanneer de dood over de velden dwaalt
Bleke schaduwen op een bevroren aarde
We verkiezen het onbekende boven het graf
De zieneres licht de sluier op
die de toekomst wazig verhult
Het lot bepaald
door de punt van een zwaard
Het offer getooid
met de krans des doods
Boven de bronzen offerketel
Gaat hij zijn einde tegemoet
Aderen geopend met het scherpe mes
Rijkelijk stroomt het voorspellende bloed
Naar onbetreden landen leidt de weg
Door de oude priesteres bepaald
Aan de horizon wenkt een nieuwe dageraad
Hardvochtig bekampt
onder het oog van de goden
Gegeseld door een ongure wind
Zwoegend in ijs en sneeuw
Dolend in dichte nevel en mist
Trachtend naar de horizon
Doorheen barre streken
Leidt het pad aan ons openbaard
Door zij die ziet wat komen zal
In kolkende stromen van bloed
2. Ruiters van het Rijnland
Verweven met de ijle ochtendnevel
Sluimert een nakende, kille dood
Over deze heuvels en wijde dalen
van onbekende landen in het oosten
Ver verwijderd van het noordland
Blonde krijgers van hetzelfde bloed
Overgeleverd aan het ultieme lot
Slechts gekomen om te zegevieren
Ruiters van het Rijnland
schouderen zware speren
Met vlijmscherpe punten
azend op buit
Briesende rossen
met donderende hoeven
Een schrikbarend aanzien
in de strijd
Dan weerklinkt het langverwachte sein
machtige hengsten worden aangespoord
Forse speren in de aanslag gebracht
Een tempeest van mens en beest
De vlakten trillen en daveren
Alle weerstand wordt weggevaagd
In een vloedgolf van brute furie
De dood wordt rijkelijk gezaaid
3. De zwaardgod
We ritsen zegerunen
Op het zwaardgevest
het lemmet en de schede
Voor de nakende triomf
Tweemaal aanroepen we
de god van de strijd
Genoot van de wondenvlam
Heer van het firmament
De hand van de zwaardgod
verleent hardvochtig de zege
Een overwinning in de strijd
Wordt betaald met mensenbloed
Aloude riten
worden nu voltrokken
Stroppen geknoopt
Messen geslepen
Voor de laatste maal
Aanschouwen de ogen
van de overwonnenen
het hemelgewelf
Boeien noch ketenen
Doch een kille snede
Op hen wacht slechts
de zekerheid van de dood
De hand van de zwaardgod
verleent hardvochtig de zege
Een overwinning in de strijd
Wordt betaald met mensenbloed
Tîwaz - Guda swerdas
Tîwaz - Geb segaz
4. Sicamber
Mitis depone colla,
Sigamber;
adora quod incendisti,
incende quod adorasti
Langs oorlog en moord leidt de weg
Nietsontziend naar de volkomen almacht
Wadend door kolkende rivieren van bloed
De dood zaaiend, oogstend met het zwaard
Spuwend op de wetten van de ouden
Offers aan de goden verzuimd
Gretig zich bedienend van de leer
van de slavengod der verworpenen
Sicamber
Moordenaar op de troon
Eerloos
Gehard in het vuur van verraad
Sicamber
trouw aan Wodan noch kruis
Vastberaden
Slaaf aan de wil tot macht
Alleenheershappij over het Frankenland
Door arglist, misleiding en verraad
Kunstig gebrouwen venijn en gif
Een vlijmscherp geslepen dolk
In de schaduwen wacht de dood
Gebracht door een vreemde of verwant
Een schedel verbrijzeld met de bijl
Vergaren van macht tot elke prijs
5. Schimmen onder een maanloze hemel
De zon zinkt weldra
onder de horizon
De lucht kleurt rood
- een voorteken
IJzige kilte
stijgt op uit de aarde
Zwaarden geslepen,
dorstend naar bloed
Schaduwen van de dood,
ongrijpbare geesten
Gewijd in het woud
aan broedergoden
Een grimmige strijd,
doden wat niet leeft
Vage schimmen
met ogen van ijs
Schilden en lichamen zwart als de nacht
Strijdend onder een maanloze hemel
Krijgers van de onderwereld
Angst gaat aan de dood vooraf
6. Tomben van eeuwig ijs
IJzige golven overspoelen het land
De zon verbleekt aan de hemel
De bodem scheurt en barst
Een gure wind kastijdt en geselt
Wolven huilen een klaagzang in de wouden
Het volgende tijdperk is nu gekomen
Zoals lang bezongen door de ouden
Weggehoond door een meute dwazen
Tomben van eeuwig ijs
De narren worden eensklaps wijs
Doch de rede komt met een prijs
Naargeestig gekerm en smeekbeden ten spijt;
het is vergeefs, de tijd is gekomen
Adem bevriest in de keel
Licht in de ogen dooft uit
Slechts een eerloos einde wenkt
Begraven in een roemloos graf
Tomben van eeuwig ijs
7. Hoog in de dode woudreus
Aan een knoestige tak van de oude eik
Diep in het woud, langs zelden begane paden
Gericht naar de windstreek van het kwaad
Hangt een ruw koord van eikenbast
De strop ontvangt gretig een nieuwe prooi
en spant zich onverwurmbaar om de hals
Van de laffe, trouweloze ellendeling
Het licht in zijn ogen dooft nu voor eeuwig
Hoog hangen we de verrader
In de dode woudreus
Een ellendig kadaver
Als buit voor de raven
Rusteloos, verworpen
door goden en mensen
De vrede van het graf
wordt hem ontzegd
Gehangen tussen vuige wolven
Onderworpen aan het spel van de wind
Een vervloeking, gekerfd in aloude runen
Veroordeelt hem tot een vredeloos bestaan
Een lot voorbij de grenzen van de dood
Oneindig dwalen als een wederganger
Overgeleverd aan aaseters
Verdreven, verbannen, verstoten
Weg van het nobele en het reine
Gedwongen tussen leven en ondood
8. Geheiligd door voortekenen
9. Met vuur en staal
Eindeloze landschappen
strekken zich voor ons uit
Versneden met gouden rivieren
en aloude berkenwouden
In de verte wenkt
de ongrijpbare horizon
Onder een azuren hemel
schijnbaar van kristal
Voel de woede van Wodans heir
Heersers over leven en dood
Onbevreesd tarten zij het lot
Kampend met vuur en staal!
In de hemelen
raast het vuur van Donar
Zijn hamerslagen beuken in
op de verschroeide aarde
Een laaiende vlammenzee
verzwelgt de laatste man
Aan de toorn van godenzonen
kan niemand weerstaan
Over de vervloekte ruïnes
kraait nu de gouden haan
IJzige harten, wars van genade
De volgende strijd lonkt
10. Noodlot
Lyrics in plain text format